Wereldster of niet, Elvis Presley moest in maart 1958 in dienst. In juni van dat jaar terecht bij de Amerikaanse troepen in Duitsland. Iedereen herinnert zich de beelden van uitzinnige tieners op het vliegveld van Frankfurt bij zijn aankomst. De chaos was zo compleet dat Elvis moest vluchten voor zijn leven. Colonel Parker, die alles voor het rockidool bestierde, besloot dat zijn pupil de volgende keer per trein zou reizen. Incognito. En het is onder die omstandigheden, op het traject tussen Rotterdam en Tilburg, dat Elvis in september 1959 de Tilburgse Nelly van Gelooven tegenkwam. Ze zaten samen in dezelfde coupé.
Nelly, die nu in Amerika woont, herinnert zich de ontmoeting nog heel goed: "Ik las de Beatrijs, hij tokkelde op een gitaar. Kilometers lang piekerde ik: Waar ken ik die mooie jongen toch van? Maar ik kon hem niet thuisbrengen. Elke keer als hij me aankeek, voelde ik me blozen. Gelukkig keek hij vooral naar buiten. Toen de trein over de Moerdijkbrug ratelde, ging hij zelfs staan om door het raam te kijken. 'Sorry lady, isn’t this the river Rhine?' vroeg hij. Ik kon van verlegenheid bijna niks uitbrengen. 'Hollands Diep' piepte ik en 'It goes to the sea'. Dat vond ie leuk, dat weet ik nog wel. Hij lachte en met die mooie stem van hem zei hij: 'You’re right, a river flows surely to the sea'. En hij begon weer gitaar te spelen.”
Een nieuwe song
Het is leuk om te zien dat Nelly van Gelooven bijna vijftig jaar later weer moet blozen. Ze is met haar 67 nog een mooie vrouw, uiterlijk eenvoudig maar waardig, innerlijk mysterieus. Ze vertelt lang niet alles wat ze heeft meegemaakt, informeert wel naar Tilburg, maar wil zelf niet veel kwijt over de omstandigheden waarin zij leefde in haar geboortestad. Als je daar naar vraagt drijven haar gedachten weg en blijft het lang stil. "Ach, dat is allemaal zo lang geleden." Over Elvis wil ze gelukkig wel meer zeggen. "Hij begon daar in die coupé een beetje te stoeien met het zinnetje dat ik over het Hollands Diep gezegd had, tokkelde op zijn gitaar, neuriede of zong een paar woorden. En nog voor de trein in Breda was, vroeg hij mij te luisteren naar een song die hij zojuist gemaakt had. Het was nog maar één couplet en nog niet helemaal af, maar misschien wilde ik het toch graag horen. Ik vouwde de Beatrijs dicht, ik weet het nog goed, ik zat een artikel over de nieuwste weckketels te lezen. En toen begon ie. Oei, oei, ik kreeg een kop als een boei! 'Like a river flows surely to the sea' lachte ie en liet zijn duim over de snaren gaan. En meteen was de coupé vol muziek, zo mooi, zo dichtbij, zo voor mij alleen."
Nelly herinnert zich de woorden. Zachtjes spreekt zij ze uit. Is het zingen? Is het prevelen?
Like a river flows surely to the sea
Darling so it goes
some things are meant to be
take my hand, take my whole life too
for I can`t help falling in love with you
for I can`t help falling in love with you
Na de laatste zin biggelen de tranen haar over de wangen en het blijft heel lang stil. Pas minuten later diept ze een zakdoekje op uit haar tasje en dept haar ogen.
"Opeens wist ik wie daar zat. Opeens zag ik dat het Elvis was,” ontsnapt haar met hoog stemgeluid en meteen is het zakdoekje weer nodig. "Hij vroeg wat ik ervan vond en ik zei dat het prachtig was, want dat was het ook. En toen zei hij dat het over mij ging en dat hij het zo erg vond dat hij weer naar Duitsland moest." Weer valt er een lange stilte. Nelly verkeert even in vroeger tijden. Pas na een minuut of tien kijkt ze ons aan en zegt: "En toen hebben we gepraat en elkaars hand vastgehouden en toen de trein in Tilburg stopte, vroeg hij mijn adres. 'Telefoonstraat 19' zei ik. Postcodes bestonden nog niet."
Beroemde envelop
En dan krijgen we de brief te zien. De beroemdste envelop ter wereld, die eigenlijk in Graceland in Memphis zou moeten liggen, maar in persoonlijk bezit kwam van Nelly van Gelooven, maar jammer genoeg pas zeventien jaar nadat hij werd verstuurd. Het kon niet eerder! Het gaat om een brief waarop een vloek rustte! Nelly heeft zeventien jaar lang niet geweten dat Elvis haar niet lang na hun ontmoeting in de trein een brief stuurde. Hij schreef dat zij het meisje was dat in zijn nieuwe hit, die onmiddellijk na zijn diensttijd uitkwam, bezongen zou worden. ‘Stuck on you’ heet dat plaatje en Elvis uit erin de wens dat ‘A team o` wild horses couldn`t tear us apart’. Jammer genoeg bleek dat wel het geval. En dat bleef ook zo na een tweede brief waarin hij bekent dat zijn volgende hit ‘It’s now or never’ een noodkreet richting Nelly is en ook na een derde schrijfsel waarin hij romantisch - of is het verbitterd? - vraagt: ‘Are You Lonesome Tonight?’. Doorgedraaide fans beweren dat als je dat nummer achterstevoren draait, je tot tweemaal toe klagelijk de naam Nelly hoort, maar wij wagen dat te betwijfelen.
Zweet
Nelly schreef Elvis ook liefdesbrieven die door die vreselijke manager van hem, Colonel Parker, gewoon in de prullenbak zijn gekieperd. "Dat zouden mijn ouders nooit gedaan hebben," verklaart Nelly fel. "Nadat ik deze brieven eindelijk had, heb ik nagevraagd hoe het toch kon dat ze nooit bezorgd zijn. Door de PTT werd ik verwezen naar de postbode die rond 1960 in de Telefoonstraat werkte. Hij beweerde dat het handschift van Elvis, zoals bij veel kunstenaars, nogal slordig was. Zo schreef hij het cijfer negen bijna nooit mooi dicht, waardoor het meer leek op een slordige 4 dan op een 9. Tel daarbij dat hij vergeten was mijn achternaam te vragen en je snapt dat de postbode met een onbegrijpelijke envelop in handen stond.” Nelly sweet, 14 Telephonestr. Tilburg lezen we op de verkleurde brief die mevrouw van Gelooven ons laat zien. Haar handen trillen. En met bevende stem fluistert ze: “Maar wat moet je als Telefoonstraat 14 niet bestaat. Hoe het komt weet ik niet, maar de nummering gaat van 12 naar 16, ga maar kijken. De postbode vertelde me dat hij nog gespeurd had naar mensen die, zoals hij dat zei, ‘Zweet’ heten, maar in heel Tilburg woonde niemand met die achternaam. Achter op de envelop stond een afzender uit Amerika, dus heeft hij ‘Return to Zender’ op de brief geschreven en daarom heb ik hem pas te zien gekregen toen het te laat was.”
Graceland
Nelly kreeg de brief in 1977 op Graceland. Zij stond aan de poort en weigerde daar weg te gaan voordat ze Elvis had gezien. Dat lukte niet, omdat ‘The King’ op dat moment in zijn aftakelend leven door niemand meer benaderd wilde worden. En hoe kon hij weten dat zijn grote liefde buiten op hem wachtte?
“Omdat ik van honger en dorst leek te bezwijken heeft een bewaker me naar de keuken van Graceland gebracht waar ik een glas water kreeg en een muffin. Toen ik daar even alleen was ben ik naar boven geslopen en vond Elvis op bed met een boek over de Lijkwade van Turijn in de hand. Hij zweette verschrikkelijk en zag er opgeblazen en afwezig uit. Toch herkende mij en kuste me. En onmiddellijk vroeg hij met wanhoop in zijn stem waarom ik zijn brieven terug had laten sturen. ‘Welke brieven?’ vroeg ik. En toen haalde hij uit het nachtkastje deze drie enveloppen. ‘Return to Zender’ las ik en daarna ademloos de inhoud. Ik raakte in een soort van trance en kan me alleen heel vaag herinneren dat ik door een krijsende Ginger Alden, de laatste vriendin van Elvis, uit de kamer gesleurd werd. Hoe laat dat was? Ik weet het niet meer. In elk geval was het al donker.” Het was de avond van 15 augustus 1977. In de nacht van 15 op 16 augustus 1977 stierf The King of Rock ’n Roll.
Begeleidend kader:
Nelly en Elvis
Cornelia Antonia Maria van Gelooven werd geboren in 1940 in de Telefoonstraat te Tilburg. Als 19-jarig meisje ontmoette ze de vijf jaar oudere Private US 53310761, beter bekend als Elvis Presley. Enkele maanden later, in april 1960, belandde Can’t help falling in love op de eerste plaats in de Amerikaanse Hitparade, gevolgd door Stuck On You (juni 1960), It’s Now Or Never (oktober 1960) en Are You Lonesome Tonight (januari 1961). Medio 1962 liet hij Can’t help falling in love opnieuw uitbrengen in Nederland. Een half jaar later volgde Return To Sender. Na de dood van haar ouders, in 1975, vertrok Nelly van Gelooven naar Amerika om Elvis te ontmoeten.
Begeleidend kader 2:
Tilburgse historie
Het verhaal Return to sender: de Tilburgse liefde van Elvis Presley verscheen in 2007 in Tilburg Magazine en is in 2008 een van de verhalen over de geschiedenis van Tilburg die in het boekje Elvis en de merkwaardige snorrenepidemie dat bij Uitgeverij Nieuwland verscheen. Dat boekje maakte een eind aan de vaak gehoorde opmerking dat Tilburg een stad zonder geschiedenis zou zijn. Onder auspiciën van Prof. dr. F.E.J. van Saemen (1966), hoogleraar contemporaine geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven, en tussen 2002 en 2004 gastschrijver 'in residence' van de Universiteit van Tilburg -iedereen kon makkelijk nagaan dat het hier een verzonnen naam en functie betrof- schreven Frank van Pamelen, Ed Schilders en JACE van de Ven een geschiedenis voor Tilburg, zodat de gehate opmerking 'stad zonder historie' voorgoed naar de prullenbak kon. De geheime liefde van Elvis was één van die stukjes gefantaseerde geschiedenis. Het boekje is uitverkocht en alleen nog via speuren op internet te vergaren.